Interview NieuwWij “De Wildersen en Baudets van deze wereld zijn niet altijd even tactisch, maar ze mogen er zijn”

Yesim-Candan-interview-NieuwWij

Judith van Leeuwen: 26 juli 2017

Lobbyiste Yesim Candan kent als kleindochter van een Turkse gastarbeider “het geluk van twee culturen.” Tegen haar twee kinderen zegt ze altijd: “Jullie zijn zó rijk, wees er blij mee.”

De Turks-Nederlandse lobbyiste Yesim Candan leeft in twee werelden. Ze geniet ervan, maar ze constateert ook onbegrip en onverdraagzaamheid als het gaat om multiculturaliteit. Al sinds het begin van haar carrière richt ze zich op het thema diversiteit en geeft ze hierover lezingen. De afgelopen jaren was ze ook actief in de politiek, schreef ze een boek en lanceerde ze een nieuw woord voor allochtoon: ‘bicultureel’.

Wat is beter: mensen met een migratieachtergrond of bicultureel?

“Migrant vind ik echt een ouderwets begrip. Gastarbeiders, zoals mijn opa, waren migranten. Ik ben derde generatie. Ik hoor niet meer bij de groep die huis en haard verliet voor werk. Bicultureel vind ik veel meer van deze tijd.”

Yesims opa Necati Candan komt in 1968 naar Rotterdam. Zijn vrouw en zes kinderen volgen een paar jaar daarna. Hij gaat werken bij een scheepswerf. Later begint hij met zijn zoons een islamitische slagerij. Yesims ouders trouwen in Turkije en vestigen zich in Nederland. In 1975 wordt Yesim geboren in Rotterdam. Ze gaat naar een zwarte school en went al vroeg aan de directe en rauwe mentaliteit van de stad.

“Ik woon in Amsterdam maar Rotterdam is mijn thuis. Altijd keihard werken, die les heb ik geleerd van mijn ouders. Dat zit natuurlijk ook in het DNA van de stad. Die mentaliteit heeft alles te maken met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Emigreren is net zoiets. Mijn opa kwam met niets uit Turkije en heeft hier een bestaan opgebouwd, met als gevolg een nieuwe generatie van Turkse Nederlanders. Dat is toch fantastisch. Volgend jaar is het precies vijftig jaar geleden en daarom willen we een groot familiefeest organiseren met alle kinderen en kleinkinderen.”

Ben je religieus opgevoed?

“Godsdienst speelde niet bij ons thuis. We vierden het Offerfeest en het Suikerfeest, maar verder was de islam geen issue. Wel voor mijn oma, zij leerde mij versjes uit de Koran. Door haar kreeg het geloof een belangrijke plek in mijn leven.”

Welke rol speelt religie nu in jouw leven?

“Religie zit voor mij vooral in het tonen van dankbaarheid. Ik leer het mijn kinderen. Maar het is ook kunnen genieten van het hier en nu. Ik worstel er momenteel wel mee. Ik vind het moeilijk dat een rijk moslimland als Saoedi-Arabië geen vluchtelingen toelaat. Bizar. Een van de vijf pilaren van de islam is toch mensen helpen? Nu vluchten ze naar Europa en verdrinken veel van hen. Dat Saoedi-Arabië de andere kant opkijkt, doet mij pijn. Religie is politiek geworden en daar wil ik afstand van nemen. Grote uitzondering is de koning Abdoellah II van Jordanië. Hij komt op voor de vluchtelingen en hield een speech bij de VN. Zijn woorden hebben grote indruk op mij gemaakt. Hij is mijn grote voorbeeld.”

Na alle aanslagen werden moslims in de pers bekritiseerd: ze moesten de aanslagen publiekelijk veroordelen.

“Ga ik nooit doen, me distantiëren van die aanslagen. Ik vind dat belachelijk. Die aanslagen zijn terrorisme, die hebben niets met mij en mijn geloof te maken. Dat verschil moet echt benoemd worden, het zijn freaks.”

Na de middelbare school kiest Yesim voor de International School of Economics. Daarna volgt de Erasmus Universiteit en uiteindelijk belandt ze op Nyenrode waar ze Bedrijfskunde gaat studeren. Haar eerste baan bij een groot internationaal bedrijf in schoonmaakmiddelen vindt ze al snel onbevredigend. Ze wil een baan waarin ze meer kan betekenen voor de samenleving. Ze gaat aan de slag als trainer bij De Baak, een opleidingsinstituut op het gebied van ondernemerschap en leiderschap. Daar ontwikkelt ze de wedstijd ‘Inspiratie voor Integratie’ en gaat op zoek naar bicultureel talent in samenwerking met voormalig minister-president Balkenende, Ahmed Aboutaleb, prinses Máxima en Neelie Kroes.

Diversiteit werd een belangrijk thema in je werk.

“Ik heb jarenlang lezingen gegeven over het belang van diversiteit en de kracht van het verschil. Ik heb toen ook het woord bicultureel gelanceerd. Maar er is ook een keerzijde. Ik heb veel managers van multinationals gesproken. Zij zeiden: ‘Yesim, eerlijk gezegd wil ik geen diversiteit in mijn team, want dat kost veel tijd en energie.’ En ik begrijp dat ook wel.”

Wat betekent diversiteit voor jou?

“Ik kijk er nu – jaren later – wat anders naar. Diversiteit is niet meer alleen de kracht van het verschil, maar tegelijkertijd ook het omarmen van elkaars zwakte. Om diversiteit te kunnen bespreken moet je de dilemma’s benoemen. Competitief zijn is een kracht, maar het kan ook betekenen dat iemand over lijken gaat.”

Wanneer is diversiteit een kracht?

“Als je je in verschillende groepen kunt bewegen. Wanneer ik in een gemengde wijk was blijven wonen, en ik alleen maar Turkse vrienden had gehad, dan was ik nu een heel ander mens geweest. Maar ik vertrok, ging studeren en ontdekte andere culturen. Om in verschillende groepen te kunnen integreren, moet je een beetje een kameleon zijn. Die flexibiliteit heeft me veel gebracht. Op de zondag dat Feyenoord kampioen werd, stond ik als Rotterdamse op de Coolsingel tussen de hooligans en ik voelde me daar thuis, óók als Nyenrodiaan.”

De wedstrijd ‘Inspiratie voor Integratie’ bij De Baak – waarmee Yesim biculturele talenten wil binnenhalen – krijgt veel publiciteit en de politiek lonkt. Yesim vertrekt bij het opleidingsinstituut en richt ‘Partij één’ op. Na drie jaar tevergeefs strijden – en de val van kabinet Balkenende – stopt ze er in 2010 mee. Achteraf gezien noemt ze de politiek een gesloten bolwerk en de oprichting van de partij een onmogelijke missie. In dat jaar wint ze de Aletta van Nu-prijs; een onderscheiding van vrouwen voor vrouwen. Enkele jaren later publiceert ze haar boek Nederland wordt wakker!.

We zijn nu weer een paar jaar verder. Hoe staat het met de biculturaliteit van Nederland?

“Alleen maar gezeur, aan beide kanten. Van linkse activisten mag je niet meer zeggen: Marokkaanse hanggroepjongeren. Dan denk ik: houd toch op! Het draagt niets bij aan de discussie rondom diversiteit. Ik ben een Nederlandse Turk punt. Het is geen vloekwoord, je mag mensen best benoemen. Links en rechts vechten hun gelijk uit op twitter. Ze zijn uit op oorlog, dat vind ik echt.”

Waar komt al die agressie vandaan?

“De angst regeert. Die is na 9/11 gegroeid. Mensen leggen de link tussen islam en terrorisme. Ik begrijp het wel. Een paar jaar geleden zat ik met mijn dochter in het vliegtuig van Amsterdam naar Istanbul. Er kwam een familie in boerka aangelopen, ik werd bang en heb toen tegen het personeel gezegd: ik stap daar niet in. Ze hebben die familie toen opnieuw gecheckt.

Maar ook in Turkije heb ik die angst gevoeld. Tijdens een busrit met mijn man en kinderen stapten twee mannen met lange baarden in. Ik zei: stop de bus. Mijn man schaamde zich dood. Het kan me niet schelen. Ik ben moeder en wil mijn kinderen beschermen. Het is normaal om angsten te hebben. Daarom heb ik ook begrip voor extreem-rechts. Ik ben blij dat de PVV er is.”

En dat zegt een Turkse moslima…

“Ja, die partij benoemt maatschappelijke problemen en zorgt ervoor dat de wond, die er al is, bespreekbaar wordt. Hetzelfde geldt voor het Forum voor Democratie. De Wildersen en Baudets van deze wereld zijn niet altijd even tactisch, maar ze mogen er zijn. Behalve de angst voor aanslagen zijn ze bang dat de Nederlandse cultuur verdwijnt. Als Turkse Nederlander irriteert het me ook wanneer ik in Amsterdam de weg kwijt ben en niemand mij in het Nederlands kan uitleggen waar ik ben.

Maar om nou overal de discussie over aan te gaan en gelijk te willen krijgen… daar moeten we niet naartoe. Ik ben het niet eens met extreem-rechts, maar ik ga niet op hun provocaties in. Het is hun mening. Zolang je niet gaat schelden, mag je er zijn. Laat mensen hun standpunt ventileren zonder elkaar kapot te maken. Elkaar laten uitspreken, dat is toch democratie? Je persoonlijke voorkeur publiek kunnen maken. We maken elkaar monddood op dit moment.”

Hoe moet het verder met de biculturele groep?

“Doe mee: ga naar school, zoek een baan. Kansarme immigranten bestaan niet: wij maken ze kansarm door ze bijvoorbeeld geen baan te gunnen of door ze te stigmatiseren. Neem nou zo’n recent onderzoek van een aantal universiteiten, waaruit blijkt dat werkgevers liever criminelen dan biculturelen aannemen, dat maakt mij woest. Wat willen ze hiermee bereiken? Zo’n studie helpt de integratie en acceptatie totaal niet. Die maakt jonge werkzoekenden onzeker en werkt alleen maar slachtoffergedrag in de hand. Dan gaan mensen anoniem solliciteren of een school aanklagen, omdat hun kind niet op de schoolfoto staat.”

Geluk van twee culturen: wat is dat voor jou?

“Ik heb twee landen en twee culturen waar ik me heerlijk voel. Tegen mijn kinderen zeg ik vaak: jullie zijn zo rijk, wees trots op je afkomst. Het zorgt ervoor dat je in staat bent om dingen vanuit verschillend perspectief te zien.

Volgend jaar is het 50 jaar geleden dat mijn opa Candan voet op Nederlandse bodem zette. Om dat moment te vieren wil ik een verhaal maken over onze familie. Wie en wat zijn we geworden? Mijn opa is er helaas niet bij, hij is vorig jaar overleden, maar hij is tot op de dag van vandaag mijn grote voorbeeld: keihard werken om er iets moois van te maken en wees trots op wie je bent!”

 

 

Share Button