Vorige week is de Dokwerker beklad, het symbool van Amsterdams verzet tegen de Jodenvervolging. In de aanloop naar de wedstrijd tegen Ajax lieten ADO-hooligans hakenkruizen achter op muren.
In de Tweede Wereldoorlog werden Joodse mannen soms tijdens voetbalwedstrijden opgespoord. Onder andere De Kuip en het oude Feyenoord-terrein werden door de Duitsers gebruikt als verzamelplaats voor de slachtoffers. De grootste razzia had plaats in Rotterdam, waar destijds in het Feyenoord-stadion zo’n 50.000 mannen werden verzameld en afgevoerd.
Voetbalclubs hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om de strijd tegen antisemitisme. Ik zou zeggen: voed je hooligans op!
“Hoe kunnen we antisemitisme bestrijden als we onze kinderen niet leren over de Februaristaking?”
Antisemitisme is een gezwel in de samenleving dat bestreden moet worden. Waarom wordt, zeker buiten Amsterdam, op scholen maar zo weinig aandacht besteed aan de Februaristaking, toen moedige burgers opstonden tegen de bezetters? Ik herinner me niet dat het in mijn tijd op de middelbare school aan de orde is geweest. En ik merk om me heen dat maar weinig mensen weten wat destijds is gebeurd.
Hoe kunnen we antisemitisme bestrijden als we onze kinderen niet opvoeden met de geschiedenis over deze staking? We vinden het tenslotte ook belangrijk dat kinderen staken voor het klimaat. Het respect voor de ander begint op school. Volgens de vakvereniging van geschiedenisleraren moet er meer aandacht komen voor de geschiedenis van landen waaruit migranten afkomstig zijn. Maar voordat we het in de klas hebben over Atatürk, moeten we kinderen toch echt eerst vertellen over moedige mensen als Willem Kraan en Piet Nak, bij wie de Februaristaking begon. Laat de ontroerende afscheidsbrief van Willem Kraan in de klas voorlezen, zodat alle kinderen kippenvel krijgen.
“Willem Kraan zag, op bezoek bij zijn ouders, hoe Duitsers met grof geweld Joden oppakten.”
De Februaristaking is het enige massale protest tegen de Jodenvervolging geweest in Nederland en in Europa. Begin 1941 begon de ‘Weerafdeling’ van de NSB met anti-Joodse acties. Bij cafés en andere uitgaansgelegenheden hingen ze bordjes op met ‘Joden niet gewenst’. Op 22 en 23 februari 1941 hield de Duitse politie grote razzia’s, een zogeheten ‘strafexpeditie tegen de Joden’.
Zondag 23 februari zag Willem Kraan, op bezoek bij zijn ouders, hoe Duitsers met grof geweld Joden oppakten. Huilend vertelde hij later die dag zijn vriend Piet Nak wat hij gezien had. Samen bepaalden ze hun missie, een proteststaking. “Wees solidair en eis de vrijlating van de gearresteerde joden. STAAKT!!! STAAKT!!! STAAKT!!!” Op 25 februari begon die staking. In Amsterdam reden geen trams.
“De arbeiders staakten, ondanks de gevaren, om duidelijk te maken: wij pikken dit niet.”
De mensen achter de staking waagden hun leven voor hun Joodse medeburgers. Deze mannen verdienen ons respect, omdat ze vanuit hun hart en hun geweten hebben gehandeld.
Opmerkelijk is dat het grootste verzet tegen de Jodenvervolging begon bij twee arbeiders. Stratenmaker Willem Kraan en vuilnisman Piet Nak waren lid van de door de Duitsers verboden Communistische Partij, waar ze hulp zochten voor hun initiatief. Het verzet kwam vanuit het volk. De arbeiders staakten voor hun Joodse medeburgers, ondanks de gevaren, om duidelijk te maken: wij pikken dit niet.
Hadden de hooligans van ADO onze Dokwerker beklad als zij op school beter waren geïnformeerd over de razzia’s en het verzet ertegen door middel van de Februaristaking? Hadden ze de Dokwerker beklad als ze naar de foto van Willem Kraan hadden gekeken en zijn verhaal hadden gekend? Alleen een krans leggen is niet genoeg.