Door Redactie OPZIJ – 1 augustus 2018
Straatvechter, Bokita en bi-culturele feminist. Zo noemt Yesim Candan (1975) zichzelf. De Turks-Nederlandse onderneemster won in 2010 de Aletta van Nu Prijs voor haar politieke partij Partij Eén die ze destijds had opgericht. Ze springt op de barricades voor gelijke salarissen en een verbod op te dunne modellen op tv, maar voor de rest moeten we niet zo zeiken.
“Ja, een tijdje geleden zei een man dat ik zijn thee moest zetten. Hij probeerde me op mijn plek te zetten als een grapje. Hij vond dat ik als vrouw dat moest doen, anders was ik geen goede vrouw. Ik kreeg een discussie met hem. Ik ben namelijk opgegroeid met mannelijke energie, allemaal zilverruggen, Bokito’s dus. De opperzilverrug was mijn opa. Hij leidde me op met harde hand. Niet lullen maar poetsen. Ik speelde met jongens op straat en haalde kattenkwaad uit. In mijn doen en laten ben ik mannelijk. Ik zie er dan wel vrouwelijk uit, maar ben een alpha male. Ik voel me prettig bij mannen en ben one of the guys. Stoer, directief en ik kom voor mezelf op. Een Bokita dus.
Ik heb last van vrouwen die zeiken. Over hoeveel vrouwen er aan tafel mogen zitten in een praatprogramma, over of je ’s avonds laat wel naar huis kan rijden in je eentje, over het glazen plafond en of het niet rustiger aan moet doen als je heel ambitieus bent. Mannen hebben het daar niet over. Zouden mannen na Pauw gaan zeuren dat er alleen maar vrouwen aan tafel zaten? Nee. Ik denk dan: houd je bek. Ik stoor me daaraan. Ik vind daar niks feministisch aan.”