Na veel aarzeling hakte onderneemster Yesim Candan de knoop door: ze ging toch naar Turkije deze zomer. Wat en wie zag ze aan de kust bij Alanya en Bodrum? En waarom leek elke kritiek op de president ineens verdampt?
Als ik niet naar Turkije ga, word ik gek; één keer per jaar laad ik daar mijn accu op met de liefde van de mensen die daar wonen – bekenden en onbekenden. Ik ben een kind van Turkse ouders. Maar nu waren er de aanslagen in Istanbul en Ankara. De mislukte coup zorgde voor nog meer angst. Is Turkije wel bestand tegen zoveel politieke onrust? Zou er niet nog zo’n militair ingrijpen plaatsvinden, waarna je het land niet zou mogen verlaten? Mijn vrienden daar zagen de straaljagers vanuit hun huiskamer, ze lagen op de grond te bellen met familie.
Vrienden en kennissen hier in Nederland twijfelden ook. Ze hadden al geboekt, maar moesten ze wel gaan? Ik ken Atilay Uslu, de Turkse eigenaar van Corendon. Als iemand het weet is hij het wel. Ik belde hem op, maar zijn telefoon stond uit. Bij hem kan dat maar één ding betekenen: hij is in de lucht. Maar waar naartoe?
Zijn directeur marketing Martin de Boer vertelde me dat Atilay onderweg was naar Turkije, met zijn gezin. Dat stelde me gerust. Mijn vrienden in Turkije vonden me ook al paranoïde. Ze vertelden dat de stranden in Alanya echt leeg waren. “Yesim, denk je nou echt dat er hier aanslagen zullen zijn? Op een leeg strand? Als ik jou was zou ik me na ‘Parijs’ en ‘Brussel’ meer zorgen maken in Amsterdam.” Ik hakte de knoop door. Toch naar Turkije, dit jaar.
Mijn plan is eerst naar Alanya, de tweede internationale stad in Turkije, waar iedere zomer heel veel Nederlanders komen. Ik kom er al vanaf mijn vijfde. Vervolgens naar Bodrum, het Ibiza van Turkije. Ik vlieg met mijn twee kinderen en slechts mijn Nederlandse paspoort. Stel je voor dat ik aangehouden wordt in Turkije met alleen mijn Turkse paspoort op zak. Wat dan? Of ben ik echt paranoïde?
We hebben alleen handbagage en geen koffers omdat ik bang ben voor een aanslag op het vliegveld. Tijdens de autorit naar de stad valt mij op hoe rustig het is. De weg is onheilspellend donker en veel hotels zijn gesloten. Andere jaren was het hier een drukte van belang. In plaats van kriebels en opwinding, krijg ik buikpijn.
De volgende dag gaan we naar het prachtige resort ‘Club Paradiso’ in Alanya waar veel Nederlanders verblijven. Bij het zwembad spreek ik met gasten daar, Monique Hamer, Shirley van Rossum en Liesbeth Augustin. Ik vraag of ze hebben getwijfeld om naar Turkije te gaan. Hun antwoord: “Natuurlijk niet, je bent toch nergens veilig?” Het grootste voordeel deze zomer is het kleine aantal toeristen; voor het eerst in jaren hoeven ze hun ligbed aan het zwembad niet al om half acht ‘s ochtends te reserveren. Het valt ze ook op hoe rustig het is in het centrum van Alanya.
‘Apart Hotel Cleopatra South’ is elk jaar een superpopulaire plek voor Nederlandse jongeren. Eigenaresse Keriman Akay mist ze dit jaar. Ze wordt altijd zo gelukkig van jongeren: “Het wordt hier dan zo levendig!” Mijn vraag over veiligheid beantwoordt ze met een glimlach. Alle hoteleigenaars krijgen van de gemeente les in veiligheid. Keriman vertelt dat er veel politie in burger, zelfs in zwembroek, rondloopt op het strand. Alles om de veiligheid te garanderen voor toeristen en Turkse strandgasten.
In Alanya ontmoet ik enkele oude vrienden – het succesvolle ondernemersechtpaar Sinem en Cem Vural. Ik ken ze al ruim twintig jaar. Ze wonen in Ankara en komen elke zomer naar Alanya. Ze werken in de modebranche en kopen veel kleren in Parijs, Milaan en New York. Hun merk CESI is een begrip in Ankara, alle hipsters dragen hun kleding. Hun mentaliteit is ‘work hard, play hard’. Uiteraard zien ze er altijd tot in de puntjes verzorgd uit – ik noem ze stiekem de Beckhams van Turkije. We spreken elkaar in hun zomerhuis in Alanya op een prachtig terras met designmeubels.
De coup kwam ze, net als bijna iedereen, rauw op hun dak vallen. Ze zochten huilend contact met hun beste vrienden terwijl de straaljagers overvlogen. “We waren ontzettend bang dat de grenzen dicht zouden gaan, dat onze bankrekeningen bevroren zouden worden. Na zo’n coup kan alles gebeuren. En het is nooit goed voor de handel”, vertelt Sinem. Het verbaast me dat ze opeens helemaal fan zijn van Erdogan. Vroeger waren ze kritischer, maar ze zijn vooral blij dat de coup in de kiem gesmoord is.
De autorit van Alanya de volgende ochtend naar de andere kant van Turkije, Bodrum, duurt bijna tien uur. Toch vervelen we ons niet. Onderweg zien we een kameel die vervoerd wordt in de achterbak van een vrachtwagen en de kinderen lachen zich rot. Onze lunch eten we langs de weg: heerlijke gözleme (hartige pannekoek met kaas en verse peterselie) en ayran (karnemelk). De Egeïsche zee heeft mede door de vele kunstenaars, artiesten en schrijvers een totaal andere sfeer en cultuur. We gaan naar het prachtige Yalikavak, waar ik als kind vaak kwam, een mooie mix tussen Saint-Tropez en Ibiza. Het voelt goed hier weer te zijn. Ik zie en spreek meer Nederlanders dan in Alanya. De hotels zitten vol, ook hier zijn de toeristen jaloersmakend nuchter over de kans op een aanslag.
Ik ontmoet er mijn vrienden Ilayda en Efe Babacan. Efe is een bekende huwelijksfotograaf en Ilayda heeft een kunstgalerie in één van de mooiste wijken van Istanbul. Elk jaar houden ze vakantie in Yalikavak. We treffen elkaar op een terras in het oude deel van de stad. “Ik ben blij dat ik tijdens de coup niet in Istanbul was”, zei Ilayda. Efe was er wel – hij was net geland met een binnenlands vlucht in Istanbul. Gelukkig kwam hij veilig thuis. Ze vertellen me ook dat ze het nieuws niet meer volgen: “We worden er alleen maar verdrietig van.” Ik herinner me ineens de pittige discussies met Ilayda over politiek en maatschappij. En we waren het lang niet altijd met elkaar eens.
Tulay Demir Oktay, columniste van de populaire Turkse krant Hürriyet, wil wél over politiek praten. Zij is ‘enorm blij dat de democratie heeft gewonnen’. Tulay stond letterlijk tussen soldaten en betogers, op de avond van de coup. Tulay is de oprichter van de Turkish Business Lobby Association; ze wil Turkije internationaal op de kaart zetten. Ik leg haar uit dat in Europa heel negatief geschreven wordt over Turkije en dat mensen zich zorgen maken over de arrestaties van mensen, onder wie veel journalisten. Tulay zucht. “Ikzou willen dat het niet nodig was, maar als de coup gelukt was, zaten we pas echt in een dictatuur, vergeet dat niet. De coup is nog maar een paar weken geleden gebeurd, vergeet dat niet.”
Het is confronterend met oude bekenden te praten. Het voelt opeens zo makkelijk om vanuit Nederland een mening te hebben over wat er gebeurt. In het dagelijks leven ziet Turkije er anders uit dan op afstand, realiseer ik me. De vele verhalen in de Nederlandse media laten vaak maar één kant horen, niet de menselijke kant. In Turkije hoor ik echte verhalen en zie hun zorgen, maar tegelijk ook hoop.
Een compleet ander verhaal hoor ik de volgende avond. Ik heb afgesproken met oude vrienden die me op het hart drukken hun namen niet op te schrijven. Ze voelen zich helemaal niet meer op hun gemak in Turkije. Ze willen emigreren naar Canada of naar Europa. Waarom, vraag ik. De mislukte coup blijkt hen bang te hebben gemaakt; ze hebben zorgen over wat er nog meer gaat gebeuren. Sommige Turken zijn bang dat Turkije een tweede Syrië wordt. Ze vragen me hun cv door te sturen naar internationale headhunters. Ze willen liever in een politiek stabiel land wonen.
Mensen spreken openhartig met mij. De algemene houding is toch wel dat men blij is dat Erdogan het heeft overleefd. Zelfs zijn tegenstanders zijn blij dat het geen chaos is geworden in het land. Veel ondernemers wijzen me op de hypocrisie van Europeanen: er wordt een aanslag in Nice gepleegd, en toch gaat iedereen in Frankrijk op vakantie. Terreur is een wereldprobleem, niet een specifiek Turks probleem. Dat geldt ook voor politieke onrust.Dit blijkt echt een andere reis dan voorgaande jaren. Maar de zenuwen die ik voor vertrek had, zijn van me afgegleden. Ik voel me hier veilig en nog steeds thuis. Ik ben blij dat ik ben gegaan. En ik gun het al die ondernemers ook dat het goed komt, dat de toeristen weer toestromen. Nog zo’n jaar zullen de meeste hotels en restaurants niet overleven. Eenmaal op de luchthaven denk ik: houd je sterk en rustig, Turkije. Ik wil volgend jaar graag met mijn Nederlandse vrienden komen om hun dit mooie land te laten zien.