Vandaag acht jaar geleden, op 15 maart 2011, begon de Arabische lente. Daarmee begon ook het trauma van Syrië. Betogers vroegen om vernieuwing, om meer burgerrechten en om een eind aan de overheersing door de Ba’ath-partij. Wat het volk terugkreeg, is een mensonterende oorlog. De wereld stond erbij en keek ernaar.
Syrië is de schande van de 21ste eeuw. Via social media hebben we met zijn allen live een holocaust meegemaakt. We zagen hoe miljoenen vrouwen, kinderen en mannen moesten vluchten, hoe gezinnen ontheemd raakten, hoe kinderen voor onze ogen vermoord werden. Ja, dit is Syrië. Intussen zijn 5,6 miljoen Syriërs gevlucht en zijn er in het land zelf 6 miljoen mensen ontheemd, op een totale bevolking van 18,2 miljoen.
“Waarom willen we weten of Syriërs in Nederland teruggaan, ja of nee?”
De overgrote meerderheid van de vluchtelingen zocht onderdak in Turkije en Libanon, gevolgd door Jordanië, Irak en Egypte. In Nederland wonen er 70.000. Gijs Rademaker van het tv-programma EenVandaag ging met zes van hen in gesprek om te kijken of ze terug willen naar Syrië.
Ik zag het en dacht meteen aan al die Syriërs in Nederland. Waar hebben we het over? Waarom willen we weten of ze teruggaan, ja of nee? Het is toch logisch om te verwachten dat ze níét teruggaan naar de onveiligheid, nadat ze een afschuwelijke reis van 4000 kilometer hebben moeten maken, onderweg een hel hebben moeten doorstaan, dierbaren zijn verloren… En dan vragen wij ons af of ze teruggaan?
“In Turkije zijn voor Syriërs enorme opvangkampen opgezet die de omvang kregen van kleine steden.”
Turkije heeft, als buurland van Syrië, zijn hart geopend. Toen de afschuwelijke oorlog in hevigheid toenam, heeft Turkije zijn grenzen opengesteld zodat de Syriërs de verschrikkingen konden ontvluchten en in Turkije een veilig heenkomen konden vinden. Er zijn enorme opvangkampen opgezet die de omvang kregen van kleine steden.
Op dit moment wonen in Turkije 3,6 miljoen geregistreerde Syriërs (ongeregistreerd zo’n 4 miljoen). Toen een Turkse verslaggever laatst de straat op ging om mensen te interviewen over de vraag of ze weg moeten of juist mogen blijven (“Gitsinler mi kalsin lar mi”), gaven sommigen aan dat de Syriërs moeten blijven, ‘want dat is wel zo menselijk’. Anderen vinden dat Turkije heel gastvrij is geweest, maar dat het genoeg is, want ‘de oorlog is voorbij’. Zelf ben ik volgende week in Turkije – ik ben benieuwd naar de gevoelens hierover.
“We zijn onze schaamte voorbij als we durven te vragen: gaan jullie terug?”
Syrië heeft bij ons allemaal een afdruk op onze ziel achtergelaten. Een afdruk van schaamte, radeloosheid, pijn, en nog veel meer. We zijn onze schaamte voorbij als we durven te vragen: gaan jullie terug? Het is een gebroken spiegel waar we met zijn allen in moeten kijken, hoe lelijk de aanblik ook is. Syrië is onze schaamte.